Geloof
De Romeinen geloofden in verschillende goden en godinnen. De goden hadden allemaal hun eigen taak: zo was er een god van de oorlog, een god van de landbouw, enz... De belangrijkste god bij de Romeinen was Jupiter. Hij was hun oppergod. Later is daar één van onze planeten naar deze god vernoemd. De Romeinen geloofden in leven na de dood, je ging dan naar de onderwereld, net zoals de Grieken hier in geloofden. Maar dat was geen pretje! In de onderwereld was het saai en somber! het was geen plek om angst voor te hebben, geen hel maar het was ook geen plek waar je gelukkig was.
Elke god was verantwoodelijk voor een bepaald deel van het leven. De oogst, de geboorte, de handel, de wijn, de oorlog de jacht, de liefde, de zee, enz..
Enkele belangrijke goden: |
|
Jupiter | De oppergod |
Venus | Godin van de liefde |
Cupido, Amor | God van de liefde |
Mercurius | God van de handel |
Mars | God van de oorlog |
Neptunus | God van de zee |
Apollo, Sol | God van de zon |
Bacchus | God van de wijn |
Pluto | God van de dood |
Diana | Godin van de jacht |
Vulcanus | God van het vuur |
Minerva | Godin van de wijsheid |
Hier zie je een lijst met een paar Romeinse goden.
In de meeste Romeinse huizen stond een huisaltaar.
Als iemand overleed werd het lichaam meestal op een brandstapel verbrand (gecremeerd) en de as werd in een urn (een soort pot) in het familiegraf bijgezet of begraven. Voedsel en soms wat spullen van de dode, zoals sieraden, werden samen met de as begraven.
Later ging met er steeds meer toe over het lichaam direct te begraven, zonder crematie.
De Romeinse wet bepaalde dat doden buiten de stadsmuren moesten worden begraven.
Dus elke stad werd omringd door enorme begraafplaatsen.
Een graf werd vaak aangegeven met een grafmonument met opschriften in het Latijn.
De monumenten op de graven van de rijken werden overdadig met marmer versierd. Zij hadden vaak prachtig bewerkte, stenen doodskisten, de sarcofagen.
Een arme Romein kreeg waarschijnlijk alleen een houten grafteken op zijn graf.
Romeinse tempel
Romeinen bouwden tempels voor alle goden en geloofden dat de goden daar echt in leefden. In die tempels werden de goden geëerd. |
|
|